Al meer dan zestig jaar verhuurt Van ’t Hart Autoverhuur in Rotterdam personenauto’s, busjes, oprijwagens en pick-ups. Dat doen ze vanuit een aantal panden aan de Kortekade in de wijk Kralingen, waarbij ze een tankstation, wasstraat en nog een aantal opslagterreinen in de buurt hebben. Die centrale ligging biedt voordelen, maar het grote aantal bewegingen en de aankomende energietransitie deed ze besluiten om te gaan verhuizen. Koen van ’t Hart: “De zero-emissiezone was voor ons het laatste zetje om weg te gaan van deze locatie.”
De Kortekade is een typische stadsstraat met veel fraaie hoge panden, aan beide kanten parkeervakken, een rood fietspad en een stoep. Het bedrijf van Van ‘t Hart beslaat meerdere aaneengesloten ruimtes, die via de achterkant met elkaar verbonden zijn. De pui is niet altijd even zichtbaar, dat komt door hun witte busjes die ervoor geparkeerd staan. Maar missen kun je het verhuurbedrijf niet, want het tankstation domineert een deel van het straatbeeld.
“Mijn vader runde het verhuurbedrijf eerst met drie broers, waarbij ze steeds een pand erbij kochten”, vertelt Koen van ’t Hart (36). “In de jaren ’70, ’80 en ‘90 kreeg Rotterdam namelijk veel meer inwoners, waardoor de drukte toenam. Ons wagenpark groeide, van honderd naar een piek van maar liefst 760 voertuigen. Dat is nog zonder de leasevloot van grote klanten meegerekend - die auto’s staan hier niet. Onze grote wagens en bakwagens kunnen we op deze locatie niet kwijt, daarvoor huren we verderop ruimte. Daarnaast hebben we een stallingsplek bij de Brienenoord brug. Ons schadeherstel zat daar vroeger, maar dat hebben we net voor corona afgestoten, het was niet rendabel. Ook hebben we nog een loods bij de Alexander Polder.”
Veel bewegingen in een drukke straat
Door het continu af- en aanrijden vanaf die vier locaties is het druk in Kortekade. Zo gaan er op een zaterdag tachtig auto’s weg en komen er zo’n veertig tot vijftig terug. “Dat zijn veel bewegingen. Tel daar onze wasstraat voor handmatig wassen en stofzuigen bij op. En wist je dat we op zondag een uurtje open zijn voor inname? Dat betekent ook veel heen en weer rijden.”
Ondanks alle bewegingen omschrijft Koen het contact met de buurt als goed, zo worden bijvoorbeeld hun pakketjes bij de autoverhuurder bezorgd. “De buurt conformeert zich aan de situatie en wij beperken de overlast zoveel mogelijk. Het is een leuke buurt, maar in de praktijk werkt het voor ons vaak onoverzichtelijk. We maken veel bewegingen en lopen veel. Soms betekent dit dat je vele uren kwijt bent aan het verplaatsen. Bovendien moet ons personeel verderop in de wijk parkeren: we hebben onvoldoende vergunningen en plekken. Daarbij komt dat je straks in onze straat op alle dagen tot 23u betaald moet parkeren. Het zijn kleine dingen, maar bij elkaar opgeteld kunnen we bij onze efficiency nog veel slagen maken. Dat zou veel tijd schelen en meer overzicht geven.”
Nieuwe zakelijke bestelbusjes en vrachtwagens mogen vanaf 2025 geen schadelijke gassen uitstoten als ze in de zogenoemde ZE-zone (zero-emissie) rijden. Vanaf 2030 geldt dit voor al het bedrijfsverkeer.
De toekomst? Die is elektrisch
In het voorjaar van 2022 staken ze bij Van ’t Hart de hoofden bij elkaar om na te denken over de toekomst van hun bedrijf. “De toekomst ligt op elektrisch gebied. Maar op de huidige locatie kunnen we niet opladen en die is er qua ruimte ook niet geschikt voor. Daar kwamen ook nog eens de strengere eisen van de milieuzone overheen. We concludeerden dat onze toekomst niet op deze locatie ligt, ook omdat we al een tijdje tegen onze grenzen aanlopen.” Ze gingen op zoek naar een andere plek, waarbij de voorkeur uitging naar een kavel om daarop te kunnen bouwen. Uiteindelijk vonden ze bouwgrond in het naburige Berkel en Rodenrijs. “We kunnen ons dan meer richten op het Groene Hart en op de omliggende steden. Momenteel zijn we volop bezig met de uitwerking van onze plannen, met het aanvragen van vergunningen en overleg met de architect. In het eerste kwartaal van 2024 start de bouw en een jaar later moeten we opengaan.”
Naast het bouwtechnische deel denken ze bij Van ’t Hart ook alvast na over hun energievoorziening. Koen: “We laten zelf bouwen, dus kunnen we inrichten zoals we het zelf willen. Wat betreft energie? Er zijn gelukkig voldoende stroomaansluitingen beschikbaar en aan de rand van de kavel staat een trafohuisje. Dat hele traject moeten we nog met Stedin ingaan. We streven naar een duurzaam pand waarbij we de mogelijkheden van zonnepanelen, warmtepompen en batterijen aan het onderzoeken zijn. Ook moeten we bekijken welk type en hoeveel laadpalen we willen aanschaffen. Het voordeel van een nieuw pand is dat we geen restricties hebben. Om inspiratie op te doen heb ik collega’s verhuurbedrijven bezocht. Bij de aanschaf van nieuwe voertuigen staan de meesten overigens in de wachtstand.
"Momenteel bieden we nog geen elektrische auto’s aan. We hebben er nog geen vraag naar, maar we bieden het momenteel ook niet aan op onze website. In de nabije toekomst gaan we hier natuurlijk wel op inspelen."
Lastig en uitdagend
Van ’t Hart omschrijft de afwegingen en toekomstige investeringen bij energie als lastig en uitdagend. “Wanneer moeten we bijvoorbeeld een beslissing nemen? Het is wachten op nieuwe wetgeving, zoals bij BPM en de wegenbelasting.” Hij haalt het voorbeeld aan dat momenteel nog veel diesels worden verkocht. “Daar mag je nog een paar jaar de stad mee in en de BPM-vrijstelling voor elektrische voertuigen gaat pas over een jaar in”. Hij ziet dat elektrische bussen momenteel nog duurder in de aanschaf zijn en minder actieradius hebben, terwijl de onderhoudskosten lager zijn. “Het is een grote kostenpost om ons wagenpark te verduurzamen. Toch zie ik dat de actieradius aan het verbeteren is. Maar bakwagens en sprinters? Die zijn nog niet geschikt voor elektrische varianten. Wellicht dat het straks goedkoper wordt en gebruikers nog milieubewuster worden.”
"Voor advies op energiegebied kloppen we aan bij bouwbedrijven, netwerkbeheerder Stedin, collega’s en BOVAG. Daarnaast hebben we binnen ons netwerk ook genoeg kennis om aan informatie te komen. Je moet alleen wel even kijken of iedereen het beste met je voorheeft. Het is ook veel trial en error, maar we hebben nog de tijd voordat we definitieve keuzes gaan maken."
Koen van ’t Hart vindt de oriëntatiefase bij energiekeuzes complex. “Misschien moeten we onze weg er nog in vinden. De kansen op dit gebied? Die gaan er zeker komen. De technologie zal niet stil blijven staan. Daar kunnen we straks ons businessmodel op aan laten sluiten. Het voordeel hierbij is dat we vanaf nul kunnen beginnen. Bovendien hebben we straks door efficiency minder huisvestingskosten en personeelskosten. Onze medewerkers hebben er begrip voor dat de toekomst in het nieuwe pand ligt: duurzamer voor hun, voor onze klanten en voor het bedrijf”.